Onbekende boomaantastingen

Informatie over de ontwikkeling van onbekende boomaantastingen.

Vooral bomen in stedelijke gebieden hebben steeds vaker last van onverklaarbare aantastingen: knobbels, scheuren, aangetast weefsel en verkleuringen. Bomen kunnen hierdoor ziek worden en afsterven. Dit leidt ook tot economische schade. Ondanks onderzoek door erkende wetenschappelijke instanties is tot nu toe geen oorzaak gevonden. Er zijn wel aanwijzingen dat het milieu er invloed op heeft.

Gemeente Alphen aan den Rijn heeft de afgelopen 6 jaar zoveel mogelijk informatie verzameld over de ontwikkeling van deze onbekende boomaantastingen. Ook is in vakbladen, op symposia en tijdens informatiedagen een bijdrage geleverd om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Meer documenten kunt u vinden in ons archief bij onbekende boomaantastingen.

Naar aanleiding van opvallende aantastingen op bomen in stedelijke gebieden is nagegaan of hoogfrequente gemoduleerde elektromagnetische-velden (EM-velden) een effect hebben op het functioneren en de gezondheid van planten.

In een proefopstelling is door Wageningen Universiteit en Research Centre gekeken of er verschil is in ontwikkeling bij bomen in klimaatruimte met en zonder wifi-zenders wel of niet in combinatie met een UMTS modem en een DVB-T zender. Alle bevindingen moeten als indicatief worden geïnterpreteerd. Herhaling  van de verschillende onderzoek-onderdelen leiden tot meer betrouwbare informatie.

Uitkomst onderzoek

Er is in dit onderzoek geen bewijs gevonden dat bastknobbels en scheuren worden veroorzaakt door EM-velden. Hierbij is opgemerkt dat niet kan worden uitgesloten dat langere belasting wel dergelijke effecten kan veroorzaken. Er zijn bij dit onderzoek ook geen significante verschillen gevonden in lengtegroei, diktegroei van de stam en bladaantallen bij wilg (onderzocht in 2012) en bladaantallen bij essen (onderzocht in 2011 en 2012).

In 2010 en 2011 is metaalglans van het blad als gevolg van epidermisnecrose waargenomen. Ook werd over de periode 2010-2012 significante epidermisnecrose vastgesteld (met en zonder metaalglans) voor klimaatcellen mét EM-velden met een overschrijdingskans van 0.4%. In 2010 en 2011 trad bladkrulling  intensiever op in de klimaatcellen mét  EM. In 2011 vormde essenbladeren die belast waren mét EM-velden een kleverig exsudaat.

Ook zijn gedurende de periode 2010-2012 bio-potentiaalmetingen uitgevoerd op bomen die werden blootgesteld aan gemoduleerde elektromagnetische velden. Daaruit bleken de bio-potentialen van bomen significant te veranderen als bomen blootgesteld werden aan EM-velden. De resultaten van de bio-potentiaalmetingen zijn te lezen in het rapport: 'The effects on trees of pulsed digitally modulated high-frequency'. Dit rapport is in samenwerking met Wageningen University & Research centre en overige betrokken partijen opgesteld door Gemeente Alphen aan den Rijn.

Uit de voorlopige conclusies van het onderzoeksrapport 'Monitoring van bomen die zijn blootgesteld aan een verhoogde EM-straling, een oriënterende buitenproef in Fraxinus en Aesculus' (maart 2013) bleek dat er geen duidelijke effecten zijn waargenomen op de groei, conditievermindering en bastaantastingen van de boompjes. Dit oriënterende onderzoek werd uitgevoerd door Praktijk Onderzoek Plant & Omgeving (Universiteit Wageningen) in opdracht van Gemeente Alphen aan den Rijn. Daarnaast is wel vastgesteld dat de gemiddelde scheutlengte van 2012 van de Fraxinusboompjes bij de wifi-behandeling significant kleiner was dan die van de controlebehandeling. Aan het eind van de proef was het aantal boompjes met een lichte kromming bij de wifi-groep significant hoger dan dat bij de controlegroep. In het tweede onderzoekjaar was de gemiddelde bladlengte en versbladgewicht bij de wifi-groep significant groter dan die bij de controlegroep.

Vervolgonderzoek

De proefomvang en het aantal herhalingen van het onderzoek dat door Wageningen University & Research Centre werd uitgevoerd in de periode 2010-2012 maken dat alle uitkomsten als indicatief moeten worden geïnterpreteerd. In relatie tot het buitenonderzoek dat in 2012 werd uitgevoerd door Praktijk Onderzoek Plant & Omgeving wordt een onderzoekslocatie aanbevolen waar storende factoren met effecten op de groei van bomen zoveel mogelijk worden uitgesloten. Vervolgonderzoek met voldoende herhalingen draagt bij aan statistisch betrouwbare uitspraken.